Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zie, [14]Hij vindt [15]oorzaken tegen mij, Hij [16]houdt mij voor Zijn vijand. 14. Te weten, God. Job had wel deze zelfde woorden niet gebruikt, maar die van gelijken zin waren, boven, hfdst.14 vs.16,17. 15. Dat is, stof om mij te bezwaren, dat is te beschuldigen en te straffen. Anders, afbrekingen; dat is, middelen om zich van mij of mij van hem te scheiden en alle vriendschap te breken, of om al mijn voornemens en pogen te vernietigen. Vergelijk Num.14:34. 16. Zie boven, hfdst.13 vs.24, en de aantekening; idem vergelijk boven, hfdst.16 vs.9, en hfdst.19 vs.11.